Wim werd als kind al geïnspireerd door zijn opa en oma, die graag honing lusten, in het Hooiland, waar Wim toen werd opgevoed. Zij gingen frequent naar oom Hendrik Hazelaar, de boswachter van het Woudhuis die in die tijd veel korfvolken had. Hier leerde Wim de belangrijkste eerste kneepjes van het imkers vak, kreeg een bijenboek van de buurman en al ras stonden er de eerste twee bijenkasten aan de Klarenbeekseweg 70. Al snel was de stal te klein en plaatste Wim er een tiental bij aan de Elsbosweg, waar zijn zwager woont. Ondertussen wonen Wim en zijn vrouw Dinie aan de Broekstraat, waar ook een bijenstal stond en sinds drie jaar staan de bijenvolken op Landgoed Klarenbeek in een mooie nieuwe stal. Dit doet Wim om iedereen te kunnen informeren omtrent de bijen. Wim heeft ervoor gekozen om met het Carnica-ras uit Slovenië te imkeren, een ras dat niet steeklustig is. De koningin legt per dag in het hoofdseizoen zo’n 1.500 eieren. Zomers leven de bijen zes weken en ’s winters door eiwitrijke voeding zes maanden. De bijenvolken die overwinteren worden door Wim elk met vijftien kilo suikers gevoed om te overleven.

Een bijenvolk bestaat uit zo’n veertig tot vijftig duizend bijen, die in een straal van drie kilometer uitvliegen om nectar te verzamelen en de bloemen te bestuiven. Er wordt alleen gevlogen boven de tien graden Celsius. Om een ras goed te laten functioneren moeten er wel voldoende bloeiende planten en stuiken aanwezig zijn. De opbrengst van honing is sterk afhankelijk van weersomstandigheden, de bloeiperiode en de mogelijke keren om te kunnen oogsten (slingeren).
Wim is goed te spreken over Landgoed Klarenbeek die goed inspeelt op bijvoorbeeld de aanplant van bijenstruiken, als de Gelderse Roos en de traditionele meidoornhagen en Lindebomen. Daarnaast zou Wim het geweldig vinden als er meer bijenvriendelijke tuinen worden aangelegd.