De markt was weer opgezet volgens oud en vertrouwd concept. Het evenement vond weer plaats op het terrein van de familie Kloosterboer aan de Kuiperstraat. Er was een groot parkeerterrein ingericht, waarbij de zéér billijke parkeergelden een mooie basis vormden voor de opbrengst van het geheel. Op het terrein waren weer de nodige catering tenten opgezet waar het hongerige publiek van koffie, broodjes en/of pannenkoeken werd voorzien. De al genoemde plantenhoek blijkt inmiddels al publiek te trekken, die speciaal voor die planten naar Terwolde komen. De lange strook met gereedschappen blijkt ieder jaar weer een grote groep vaste bezoekers te trekken, terwijl bij de meubelhoek toch meer wisselend publiek komt (vooral jonge kamerbewoners e.d.). De kramen met kunst, potteriën, kleding, schoenen en speelgoed trekken ieder voor zich een heel eigen publiek, maar in de grote tent bleek het dit jaar nog sterker dan in vorige edities wel een recordpoging. De tent was dit jaar een stuk groter dan in voorgaande edities. Dat was ook nodig, want er was een enorme collectie boeken, platen, brocante, electrische en electronische apparatuur en huishoudelijke spullen. De meer dan honderdvijftig vrijwilligers kwamen handen en voeten te kort. Vele duizenden bezoekers wilden, vooral na de eerste aftrap, alles tegelijk bekijken, betasten en gelukkig ook vaak kopen.

Tijdens de veiling, die om elf uur van start ging, ging weer een keur aan bijzondere spullen van de hand. Het lukte afslager Peter Schrijver wel om het publiek te vermaken maar het bleek moeizaam om de aanwezige liefhebbers te verleiden tot stevige inzetten. Mogelijk kwam dat ook omdat er wat weinig concurrentie bij de kopers was. Er waren wel veel liefhebbers, maar slechts een enkele professionele handelaar. De meeste vertegenwoordigers van dat gilde waren naar Barneveld afgereisd, waar zij in de meeste gevallen van een natte kermis thuiskwamen, omdat daar in tegenstelling tot Terwolde weergod Pluvius wel stevig huishield.

Tijdens de afsluitende nazit, waarbij de vrijwilligers met vereende krachten het terrein weer opschoonden werd de balans opgemaakt. Evert Slijkhuis kon melden dat de eerste telling een opbrengst van ruim zeventien duizend euro te zien gaf, waar de opbrengst van de overgebleven metalen nog bij opgeteld zal moeten worden.