Bertus begon met zijn eigen levenservaringen en herinneringen van rond de bevrijding. Hij benadrukte het woordje ‘bevrijding’, wat voor hem letterlijk inhield: van te voren niet vrij te zijn geweest! Benadrukt werden onderwerpen als onder andere de slag om Normandië (D-day), de slag om Arnhem (Operation Market Garden), dolle dinsdag (dinsdag 5 november 1944, na geruchtenstroom), de hongerwinter (1944/5) en de mobilisatie van troepen bij Baak , waar de operatie Canonshot (codenaam voor de oversteek van de IJssel) werd voorbereid. En dan waar het hier om gaat, operatie Canonshot. Op 11 april 1945 namen 27 Buffalo-amfibievoertuigen van de Britse 79e Tankdivisie de Canadese infanteristen aan boord. Om 16.00 uur barstte aan de Overijsselse zijde, bij Gorssel, de Canadese artillerie los, twintig minuten later startte de beschieting met rookgranaten om een rookgordijn te leggen en om 16.30 uur gingen de amfibische voertuigen te water. De oversteek werd, zonder vijandelijk vuur, in zeven minuten voltooid.
De Seaforth Highlanders gingen aan de Overijsselse zijde van de IJssel bij Gorssel (ter hoogte van het gedenksteen) te water en één kilometer verderop Het Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (PPCLI) Regiment (ter hoogte van De Kribbe). De Edmontons bleven aan de overkant (Overijssel) van de IJssel in reserve.
De bevrijders die ter hoogte van boerderij De Kribbe voet aan wal zetten, werden door machinegeweren en sluipschutters onder vuur genomen vanuit diverse huizen. De Duitsers hadden een oversteek verwacht en hadden hun verdediging versterkt, waardoor men behoorlijk wat tegenstand ondervond ter hoogte van Wilp.
Door vijandelijke granaten vielen onder de pontonniers achttien slachtoffers, deze vonden een tijdelijke rustplaats op de dijk ongeveer tegenover De Kribbe. Op 12 april om ongeveer 02.00 uur waren twee pontons en een burg gereed en konden de brigades en zware voertuigen naar de overkant. Binnen korte tijd werd een sterk bruggenhoofd gevormd op de oever tot aan de weg Voorst-Wilp. Bij deze actie sneuvelden nog eens 19 personen, deze werden begraven op de dijk langs de Dorpsstraat in Wilp. Later zijn alle gesneuvelden overgebracht naar de militaire begraafplaats in Holten. Toen er eenmaal een brug(genhoofd) was gevormd, waar voertuigen als de FAT (Field artilery Tracktor) overheen konden (deze was te licht voor tanks) kon ook de opmars naar Apeldoorn beginnen, hadden de Canadezen de kans naar noord en zuid langs de rivier uit te waaieren en was aan de laatste voorwaarde -flankdekking op rechts- voldaan, zodat de Britse 49e Tankdivisie haar offensief tegen Arnhem kon beginnen.
Vijftien boerderijen en vijf huizen werden onder vuur genomen/beschoten en beschadigd, waaronder kasteel Nijenbeek. Je mag zeggen dat deze ‘baanbrekende’ operatie, wat uiteindelijk leidde tot een ‘snelle’ bevrijding van Nederland, in Nederland wordt onderbelicht.