In de negentiende ronde van de interne competitie van de Twellose Schaakclub speelde Jonker met zwart tegen René Rouwhorst. Rouwhorst had zijn opening goed voorbereid en kwam erg sterk te staan, misschien wel gewonnen. Maar het werd een partij met pieken en dalen. Rouwhorst verspeelde ‘dom’ een stuk en de partij kantelde.
Torenoffer
De zwartveldige loper van Jonker bezette sterk twee diagonalen, maar dame en torens moesten nog beter gepositioneerd worden. Hiervan moest Rouwhorst snel profiteren en gaf een stuk voor een pion. Toen Jonker verzuimde zijn dame mee te laten verdedigen, offerde Rouwhorst ook nog een toren en ging Jonker ondekbaar mat.
Caro-Kann
Carlo Buijvoets en Jan de Boer speelden een Caro-Kann opening waarbij Buijvoets twee pionnen offerde en een groot ontwikkelingsvoorsprong kreeg. Toen De Boer met een foute loperzet zijn ontwikkeling voltooide, stond hij eigenlijk al verloren. De Boer gaf op toen materiaal verloren dreigde te gaan met waarschijnlijk mat als gevolg.
Diep verborgen
Gerard Bons toverde tegen Frits Frijlink een stelling op het bord waarin mogelijk allerlei diep verborgen combinaties zaten. Maar Bons is FRITZ niet en Frits ook niet, dus koos Bons voor zekerheid en die voortzetting was voldoende voor de winst. Rien van Hattum en Henk Casteel schoven de boel dicht en besloten tot remise.
Meerdere remises
‘Kées (Kuijk; red.) heeft remise aangeboden, ikke niet,’ liet remisekoning Henk Onijs iedereen weten die het wilde horen. Ook de partijen Piet Rusch – Nico van Schooten en Coen Hilbrink – Stevo Novkovic eindigden in remise. Albert Jansen was te sterk voor Ruud van Swam en Bram Rook moest het onderspit delven tegen Gerard Hazelaar. Door de resultaten bovenin schuift de kopgroep in elkaar en is het verschil slechts een punt tussen nummer één en vijf.