Dierenarts als verloskundige

Regio- Waarschijnlijk zullen de meeste dierenartsen nog goed weten hoe hun eerste keizersnede bij een koe, die ze alleen moesten uitvoeren, is verlopen. Je neemt je voor dat het feit dát het ‘je eerste’ is, je de veehouder vooral niet gaat laten merken. Míjn eerste was in de kop van de provincie Groningen, een boerderij kort aan de dijk, waar ik in het holst van de nacht vanuit mijn woonplaats Appingedam over het donkere platteland naartoe moest. Het was januari en dus koud toen ik het erf opreed van de gebroeders Demmers, beiden een jaar of 80 oud, die zoals bleek nog behoorlijk wat vee op stal hadden staan.

Zoekend naar ‘volk’ liep ik de verlichte, enorm hoge, typisch Groningse schuur binnen en werd meteen verblind door de zaklamp die één van de oude baasjes op mij richtte. Ik voelde hem denken, terwijl hij mijn jonge, bleke gezicht bescheen ‘weer zo’n jonge, net afgestudeerde veearts die het op moet lossen’. Maar in plaats van een nors welkom waar ik wat bang voor was, begroette hij mij enthousiast en lachend met: ‘Heb ik je wakker gemaakt jongeman?’. Het ijs was gelijk gebroken en met mijn koffer in de hand, leidde hij mij naar het dier bij welke de geboorte niet vlotte. Terwijl wij diverse hekjes overklommen, die met strotouwtjes aan elkaar geknoopt waren, vertelde hij dat hij enkele maanden terug een paar pinken (jonge koeien) had gekocht, die blijkbaar wat te vroeg bij de stier waren geweest.

Blijkbaar was het kleine koetje, dat nog lang niet uitgegroeid was en waar we nu naar stonden te kijken, de patiënt van deze nacht. Ik was verbaasd dat dit dier 9 maanden geleden al gedekt moest zijn. De oude man zag mijn vragende blik en deed er nog een schep bovenop; ik heb er nog zo één. Óók drachtig en ze zijn beiden niet ouder dan 14 maanden! Beide dieren waren dus al op een leeftijd van rond de 5 maanden leeftijd gedekt. ‘Een leuke voor jou om het te leren!’ zei de andere broer met een grote grijns, die het blijkbaar op dit tijdstip van de nacht niet nodig vond zijn kunstgebit in te doen.

Een lastige patiënt, maar een leuke sfeer en ik hoefde gelukkig geen mooi weer te spelen. Ik voelde voor de vorm nog even hoe het kalf lag en moest de ervaren broers gelijk geven; dit kalf paste er niet via de natuurlijke weg door.

Een tafeltje en water werden geregeld en provisorisch werd er een lampje geplaatst. Ondertussen had ik het kleine koetje geschoren en plaatselijk verdoofd, maar toch was er al een uur verstreken na mijn aankomst op de boerderij voor ik de huidsnede kon zetten. Ach, de tijd interesseerde me nu even niet. ‘Laat het gewoon even soepel gaan en een mooi levend kalf eruit zien te krijgen!’ was de wens die mijn gedachte beheerste.

Het koetje leek weinig te voelen en bleef vrij rustig staan terwijl ik tot mijn schouders in haar bezig was. Zelfs toen ik de baarmoeder met het kalf in de buikopening probeerde te krijgen. Tot dit punt ging het eigenlijk verbazend voorspoedig en één van de broers, die zijn handen ook steriel had gemaakt, gaf mij het mes aan. Maar helaas, te vroeg gejuicht..

Wat er die volgende minuut gebeurde, was iets wat alle energie van mij om een steriele operatie uit te voeren, in één klap tot verspilde moeite had gemaakt. Het koetje was blijkbaar toch onder de indruk, want ze liet zich zonder waarschuwing door haar benen zakken en plofte met de baarmoeder en wond midden in het stro en de mest. De gebitloze broer probeerde door met zijn wandelstok te slaan en hard te roepen het koetje weer overeind te krijgen, maar haar besluit stond blijkbaar vast; ‘ik blijf hier voorlopig liggen.’ En zo gebeurde het dat ik midden in de nacht, met mijn rug tegen de koe, samen met twee oude mannetjes een koe op de andere zijde aan het duwen was, om de operatiewond weer in beeld te krijgen. Mijn blik kon zich vanuit dit perspectief richten op de nok van de hoge schuur, waar ik in het zwakke licht een kerkuil naar ons zag kijken. Op het moment van ons luide ‘Eén, tweeee, jaa!!’ schrok hij en zag ik hem geruisloos verdwijnen in de nacht.

Ons doel was bereikt en de koe lag nu op de juiste zijde en met een paar nieuwe emmers water spoelde ik zoveel mogelijk de boel weer schoon en wist uiteindelijk het springlevende kalf eruit te krijgen. Na weer veel spoelen, zetten we haar goed op antibioticum, maar sprak mijn zorg uit, dat dit nog weleens een flinke buikvliesontsteking kon gaan worden.

Een collega, die daar vier dagen later in de buurt was, was natuurlijk ook benieuwd naar de toestand van moeder en kalf en bezocht de vrolijke gebroeders Demmers. Wonderbaarlijk genoeg deed het koetje het super goed!

Een week later, toen ik weer dienst had, kon ik dit met mijn eigen ogen bekijken. Midden in de nacht ging namelijk de telefoon: ‘Dag Bosgoed, met Demmers spreek je. Het andere kleine koetje is nu bezig, kom je ons weer helpen?’

woensdag 20 januari 2021

Deel dit bericht