FIJNE KNEEPJES

‘Jij weet met humor precies de vinger op de zere plek te leggen,’ begint hij. Zo nu en dan heeft mijn kadaver een APK’tje nodig en daarvoor ga ik naar mijn masseur. Ik praat er vrijwel nooit over want ik vind het zelf verschrikkelijk sneu klinken. Voelt een beetje als een teckel met een psychiater of een goudvis met een abonnement op de fysiotherapeut. Jonge mensen met masseurs hebben of geld of tijd teveel. Behalve ik natuurlijk. In zes weken tijd help ik de volledige carrosserie Kruitbosch totaal naar de vernieling, wat de masseur in een uur of anderhalf voor me mag oplossen. Met bamboe-nog-wat-olie en amandel-glijerij weet hij alle onderdelen weer op zijn plaats te krijgen.

Op m’n buik met m’n kop in het U-vormige kussen gedrukt begint hij aan het omhulsel.

‘Hoe gaat het met schrijven?’ vraagt ‘ie.
‘Ik zit vast. Muurvast. Ik moet aan de schrijverij maar er komt niks,’ murmel ik in de massagetafel. Ja, serieus. Wel eens een massage gehad? Dan lig je dus met je bakkes in zo’n U-vormig kussen. De masseur maar vragen stellen. Hij kan vragen wat ‘ie wil want een helder antwoord kun je toch niet geven met je bek vol naar Jasmijn-ruikende handdoek.
‘Ik merk het,’ en hij knijpt met zijn handen in mijn vastgeroeste schouders. Het doet pijn maar gek genoeg voelt het als een bevrijding.
Mijn handen en benen tintelen al een week of twee. Het was laatst zelfs zo erg dat ik mijn pen niet meer kon vasthouden en onmogelijk grapjes kon typen voor mijn columns en verhalen. Om een beeld te geven: dat is alsof Max Verstappen vergeet hoe hij moet sturen of Glennis Grace met keelontsteking. In één klap waardeloos.

Waar ik normaliter het tintelende gevoel in bepaalde lichaamsdelen als een goed teken ervaar, was het dit keer anders. Ik werd er bang van. Want wat als Max niet meer sturen kan? Wibi’s pink moet worden geamputeerd? Dirk Kuijt hooikoorts krijgt? Is er dan een soort plan B waarop overgegaan kan worden, zodat je niet door het haperen van één simpele bout of moer de hele machine uit zijn gareel trekt?

‘Komt wel goed, hoor,’ verzekert mijn monteur. Hij sleutelt verder en ik voel het bloed door mijn armen stromen. Het was 25 graden afgelopen weken maar mijn handen voelden aan alsof ik dagenlang met een elastiekje om mijn ellebogen vissticks stond in te vriezen. Nagels werden blauwer dan Bonnie St Claire ooit geweest was en ik had al moeite met het vasthouden van een kop koffie. Aangezien dat de benzine is waarop m’n kadaver pruttelt gaf dat wat zenuwen. De creativiteit was op, uitgeblust en hopeloos opgegeven.

‘Kind toch…’ zucht de mensen-mechanicus, ‘draai je maar even om.’
Ik zucht mee en draai me maar even om. Als zijn vingers op mijn hoofd raadselachtig knijpen verschijnt er een glimlach op m’n gezicht. De grappen stromen binnen. Woordspelingen en kronkels dienen zich in tweetal aan. Het liefst spring ik op en schrijf ik met een dikke zwarte viltstift de grappen en clous op zijn witte tenue. Iets in me zegt dat ik dat niet moet doen.

‘Zo… Hoe voel je je nu?’
‘Als Wibi Soerjadi die een Eftelingmedley speelt,’ antwoord ik.
Masseurs. De wonderjongens die bij elke pitstop raak sleutelen. Ik mag dan de vinger met humor op de zere plek leggen, masseurs doen dat met hele hand.
RK
www.renskekruitbosch.nl

woensdag 14 juni 2017

Deel dit bericht