Gedreven door herinneringen (2)

Lieve allemaal

Ik ben goed aangekomen, ik zal maar beginnen te vertellen vanaf het Liduina gesticht in Rotterdam. Toen wij daar waren moesten we aan lange tafels gaan zitten en hebben we wat gespeeld met aanwezige spelen. We waren daar ongeveer half vier en ongeveer zes uur kregen we eten bestaande uit stamppot van rode kool, suikerbieten en aardappels, het smaakte goed alleen erg zoet. Ik heb vier porties gehad waar ik mijn avondmaal mee gedaan heb. Omstreeks zeven uur moesten we ons kleden want de auto was op komst, er was Twellose begeleiding die ons aanraadde ons zo dik mogelijk te kleden want het was vreselijk koud, ik heb toen uit de tas mijn oude jas gehaal en die aangedaan en daarover mijn winterjas en mijn muts uitgerold over mijn hele hoofd heen, u had moeten zien hoe we er uitzagen maar enfin het was lekker warm. Omstreeks half acht kwam de auto die bestond uit een soort tractor met een lange wagen erachter, te vergelijken met een grote verhuiswagen maar veel lager je kon net goede zitten en zonder bovenkant van hout maar van zeil. Het was een heldere nacht eerst moesten de kleintjes in de wagen ong. 30 van 5 à 6 à 7 jaar met de dekens om zich heen, er lag stro in de wagen. Het was passen en meten we konden er onmogelijk in er waren ook nog een bende houtzakken voor de gasgenerator. Toen hebben ze er een paar in de generator gemikt en er was weer wat plaats eindelijk hadden we boven op benen en lijven onze plaats gevonden maar nu de bagage, die moesten we achterlaten want de volgende nacht ging weer een auto met minder kinderen die onze bagage meenam. Eindelijk gingen wij weg, maar het achterste gedeelte was niet overdekt waar ook ik zat en het goot en het sneeuwde maar we zaten goed ingepakt de dekens over ons hoofd en alles heen, zo ging het op weg. Wij waren goed Hillegersberg uit of we worden aangehouden door de Duitsers, na een kwartier mochten wij weer doorrijden, zo ging het nog een paar keer en die Duitsers schreeuwen maar enfin. Maar ik kon niet meer blijven liggen, overal deed het pijn. Daar lag je tegen iemand, daar zat iemand bovenop je, verder tot Amersfoort heb ik op een knie van een mijnheer gezeten, die er daar uit moest, op zijn andere knie zat weer een ander en met de deken om ons heen gingen wij verder. Bij Utrecht moesten wij een omweg maken omdat het in Utrecht te gevaarlijk was, ineens waren ze de weg kwijt, het was zo pikdonkeren het goot zo, zij wisten niet waar wij zaten, met een beetje draaien en rijden kwamen we weer op het goede pad. Die gasgenerator is nog een paar maal stuk geweest zodat we telkens oponthoud hadden maar tot Amersfoort ging het vrij goed. In Amersfoort ging die mijnheer eruit met een paar zakken zodoende was er meer plaats en kon ik weer een plaatsje op de grond krijgen. Ik geloof dat ik toen even in slaap gevallen ben en daarna heb ik mijn brood opgegeten. Onderhand was het een uur of twee en het was zondag. Met erg veel malheur aan de auto zaten we midden op de Veluwe en de auto vertikte het. Nog eerder hebben we een paar maal moeten stoppen voor vliegtuigen want het was te gevaarlijk voor beschieten, gelukkig schoten ze niet veel wel V1 en 2. Midden op de Veluwe vertikte hij het. Daar staan we, hij kan niet gemaakt worden, hij staat dwars over de weg in de sneeuw, wij zijn nog ver van Apeldoorn. De kleintjes worden erg lastig binnen en beginnen te huilen en moeten naar de w.c. waar wel aan voldaan kan worden. Een geestelijke gaat per fiets om hulp. Het is ongeveer half vier, er komen aan weerskanten Duitse auto’s aan, dat kan een botsing worden maar de chauffeurs staan aan weerskanten te seinen met lantaarns, goddank de hele colonne stopt en rijdt om de wagen heen. Zo gaat ’t voortdurend, we hebben reuze angst uitgestaan en hebben menig weesgegroetje gebeden. Er wordt reuze gevlogen. Aan alle auto’s wordt gevraagd of zij ons op sleeptouw willen nemen, maar zij vertikken het allemaal, want wij moeten een heuvel op, wel is één zo vriendelijk ons een zet te geven zodat wij niet meer midden op de weg staan. Wij hebben een beetje geslapen. Onderhand is het acht uur. Eindelijk komt er een goeierd die ons op sleeptouw neemt en begint met racen tot voorbij Apeldoorn waar hij ons neerzet en de auto gemaakt kan worden en zelf verder gaat; vlakbij Twello ontmoet hij een auto die op onze redding uit was. Eindelijk in Twello aangekomen stoppen wij voor de Linthorst vleeswaren fabriek, daar staat mij toch een pap klaar, nee niet te beschrijven zo lekker, net hele dikke melk met suiker, zalig gewoon en zo veel, ik kon niet meer zo vol was ik. Verder zijn we met een taxi naar huis gebracht, het is niet zo ver. Om half twaalf kwam ik bij de mensen hier aan. Om twaalf uur heb ik gegeten en daarna ben ik direct in bed gekropen en heb geslapen tot maandagmorgen half negen. Al het leed van de tocht is vergeten. De koffer is aangekomen…

Daaaag.

*Deze brief werd eerder opgenomen in de Kroniek van 1995-2 in een artikel van de heer L. Sevenster. Hij wist toen nog niet dat het een schrijven betrof van de hand van Riet van Breugel, later mevrouw Bosman-van Breugel.

Wordt vervolgd.

Aanwijzing voor de pleegouders betreffende de voeding

Gedurende de eerste 14 dagen niet meer dan 1 roggebrood-boterham per maaltijd en 1-2 gewone boterhammen. Niet meer dan 3 glazen melk per dag en 1 ei. Hoogstens 1 boterham per maaltijd beleggen met spek en dan nog dun. Bij het middagmaal niet meer dan 4-5 aardappelen met niet te vette jus. Zwaar werken is de eerste 14 dagen niet toegestaan; na 14 dagen langzamerhand iets laten doen en geleidelijk meer eten toestaan. Een slecht gevoed iemand is een zieke die langzaam gewend moet worden aan normale voeding. Geeft men zo iemand direct teveel of te zware kost dan kan men de ingewanden grote schade aanbrengen.

Chauffeur Jan Hurenkamp.

woensdag 1 november 2017

Deel dit bericht