Hoe een elektriciteitsingenieur tegenwoordig kazen maakt.

Hij had het goed in Syrië, samen met zijn gezin. Een hele mooie baan in een van de grootste bedrijven van het land, een huis in de stad én een woning op het platteland. Een vrouw die ook werkt en kinderen die goed kunnen leren. Totdat de oorlog in Syrië begint en het overal onveilig is. Het volgende moment sta je op een zwarte lijst en moet je vrezen voor de toekomst van jou en je gezin.

Door Jos Bosch

We kennen allemaal de verhalen en hebben de beelden nog op ons netvlies, wanneer we terugblikken op de oorlog in Syrië. Toch gaat het gesprek met Aref, zijn vrouw Nazli en oudste dochter Vina niet over de ellende van toen. We willen vooral praten over het hier & nu en samen kijken naar een toekomst welke mooie perspectieven biedt. Een leven waarin je zelf kansen creëert, je wensen deelt en anderen je helpen om dromen tot werkelijkheid te brengen. En dan kun je in Nederland en zéker in de gemeente Voorst heel goed wonen.

Fietsen in Deventer

Aref kwam op 1 januari 2014 naar Nederland. Nazli en de kinderen volgden 30 april en zoals dat dan gaat volgens de procedures, kom je eerst in een AZC terecht, in dit geval Winterswijk. Het gezin kwam uiteindelijk op 1 juli 2014 naar Twello en woont daar nog steeds. Maar dan woon je eenmaal in Twello en dan …? “Vluchtelingenwerk Twello heeft voor ons van alles geregeld” aldus Aref. “De kinderen gingen bijvoorbeeld naar school én we leerden fietsen!” Alle drie beginnen ze nu te lachen en dat maakt me nieuwsgierig. We waren net twee of drie weken in Nederland, toen we in Deventer gingen fietsen. Maar we mochten in die straten helemaal niet fietsen en werden aangehouden door de politie. Ze moesten ons bekeuren en ik vroeg hen om mij te helpen, want we wisten het allemaal niet. Alleen ik kreeg toen een boete, de anderen niet.”

Dochter Vina

Ze is de oudste dochter van het gezin (19) en startte 2014 in de internationale schakelklas. “Mijn zusje ging naar basisschool De Hietweide en mijn ouders moesten ook school volgen. We moesten de taal leren, dat was het belangrijkste” blikt Vina terug op de eerste periode van haar leven in Nederland. Ze zat twee jaren in de schakelklas om daarna door te stromen naar Havo/VWO waar ze in de tweede klas kon starten. Maar ze heeft de examens zojuist afgerond. “Ik heb hopelijk het examen gehaald!” maar echt twijfelen? Dat doen zelfs haar ouders niet. De plannen liggen ook al klaar. “Ik ga biomedical science studeren aan de vrije Universiteit van Amsterdam” en hoe haar toekomst er daarna uit gaat zien gaat ze nog bekijken.

Moeder Nazli

Het was voor haar in het begin een lastige tijd, toen ze net in Nederland kwam wonen om samen met haar gezin een nieuwe toekomst op te bouwen. “Ik werkte zeventien jaren in Aleppo als boekhouder. Toen ik in Nederland kwam had ik géén werk en géén loon. De eerste stap was de taal” en daarna ging ze met haar man Aref nadenken over wat je kan gaan doen en hoe je toekomst er dan uit komt te zien. “In Nederland is het voor mensen boven leeftijd van veertig lastig om werk te vinden. Je moet ervaring hebben, de taal goed kennen en een diploma hebben.” En ze was en is natuurlijk de moeder en vrouw, dus ook zorg voor het gezin.

Vader Aref

Stel je voor, je bent elektriciteitsingenieur en werkt in een toonaangevend bedrijf, een van de grootste fabrieken van het land. Hij is er maar wat trots op, nog steeds en dat is geheel terecht! Want Aref is feitelijk trots op zijn land. “Het was allemaal goed geregeld in Syrië en een rijk land. Maar een nadeel was de regering. Veertig procent van het inkomen gaat naar het volk, zestig procent ‘naar boven’. Ik heb 20 jaar technische leiding gegeven over alle fabrieken van het bedrijf. Een zuivelfabriek, daarnaast was er een chocoladefabriek en een fabriek waar bier werd geproduceerd. Voor die laatste was geen toestemming maar er was een afspraak met de regering dat wij als enige het bier mochten maken.” De zuivel van heden ten dage ligt op technisch vlak weliswaar ver weg van zijn professie, maar het heeft anderzijds juist vele raakvlakken.

“In Nederland wilde ik natuurlijk werken en mijn diploma werd opgewaardeerd.” Aref ging aan het werk bij Van Dalen Installatietechniek. Eerst via het uitzendbureau, daarna kreeg hij contracten van de werkgever zelf aangeboden. “Ik vond het mooi werk maar het was ook zwaar” en daarmee doelt de hedendaagse kaasmaker op de vroege uren van vertrek en de late thuiskomst, in combinatie met de zorg voor het gezin. Want vergeet niet, je gezin heeft een oorlog achter de rug, leeft nu in een vreemd land en vooralsnog zul je hier je toekomst op moeten bouwen.

Zwarte lijst

Aref kwam op de zwarte lijst vanwege de bierfabriek. Bier wordt verboden door het Islamitische groepen (IS), geen alcohol. Aref had te maken met het bier en dus was hij tegen het geloof. Daarbij wist hij dat het niet mocht maar ook, dat ze een uitzondering vormden voor de Syrische regering, maar dus niet voor die van Islamitische groepen (IS). “Ik moest bij hen horen en wilde ik terug naar Syrië, dan ben ik volgens de regering tégen hun.” De fabrieken waar we werkten zijn inmiddels volledig weg.

Het prille begin van de kaas.

Evert-Jan Aalpoel is inmiddels aangeschoven op de werkvloer van boerderij ‘De Weuste’, welke de naam ‘Alshark’ heeft gekregen en ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. “Alshark betekent ‘Het Oosten’ en dat is nu de naam van het bedrijf” aldus Aref. “We kwamen hier regelmatig warme melk halen en zo kenden we Evert-Jan” vervolgt Nazli. Warme melk is verser dan vers. De melk is nog warm doordat deze net is gemolken uit de koe. Aref besprak met Nazli de mogelijkheden om voor zichzelf te beginnen. Ze wisten dat er veel vraag naar ‘hun’ kaas was, de kaas uit Syrië. Het gezin pakte door en de plannen voor de kaasmakerij werden concreet.

Ruimte voor kaas maken

Omdat er op dat moment bij Evert-Jan geen ruimte was om te starten, werd het kaasmaken eerst ergens anders gedaan. Daarvoor moest Aref een uur rijden en maakte lange dagen, maar dat was het allemaal waard. Na een jaar kon de kaasmakerij alsnog naar Twello. Evert-Jan was inmiddels overgeschakeld op melkrobots en daardoor kwam ruimte vrij. Evert-Jan: “Toen ben ik samen met Aref aan tafel gegaan. Hoe gaan wij samen alles inrichten? Hoeveel kaas ga je maken en hoe gaan we samenwerken?”

De Syrische manier

Aref maakt kaas op de Syrische manier en dat is kaas van rauwe melk. “In Nederland wordt melk eerst gepasteuriseerd. Bij de toezichthouders is dat wel eens lastig want die denken; dít is onze werkwijze en we doen het niet anders. Maar het gaat erom dat het eindproduct veilig is en dat is getest. Het procedé is anders en het was een lastige procedure, maar de kazen zijn veilig”. Toen alle benodigde erkenningen er waren, werden er spijkers met koppen geslagen. Evert-Jan regelde een grote ruimte, driemaal zo groot als Aref dacht nodig te hebben. Aref op zijn beurt zorgde voor aanleg van elektra en een gedeelte van de inrichting. Zo voldeed de ruimte aan alle gestelde eisen.

Diversiteit naar meerdere landen

Witte kaas, verse kaas, dradenkaas, boter, hangop yoghurt en zure droge yoghurt. Dat zijn de producten die tot nu toe worden geproduceerd. Aref: “Het gaat heel goed en ik denk dat er straks grote koelruimte moeten komen.” Evert-Jan vult aan: “Aref gaf destijds aan dat hij een ruimte nodig had, die een derde is van waar we nu uiteindelijk zitten. De ruimte wordt al bijna te klein!” en dat is niet verwonderlijk, want de productie neemt toe en er is een kaastobbe geplaatst van ruim twee meter doorsnede. De ‘zuivel op z’n Syrisch’ gaan naar onder meer winkels met een Arabische achtergrond maar er zijn ook particuliere klanten. Daarbij jakkert Aref met zijn bus door Nederland en ook naar BR Duitsland. “Ook in Frankrijk is er vraag naar onze kaas” vertelt Aref met veel trots. Dan zal hij het echter niet meer zelf gaan brengen.

Aref is niet de enige die dergelijke producten produceert, maar de kwaliteit van de producten is heel goed. Er is wel een nieuwe markt aangeboord aldus Evert-Jan. Een traditionele markt die echter niet wordt opgepakt door de traditionele zuivelmakers.

In Twello is er, behalve op zondag, iedere dag verkoop aan de zaak van 18.00 uur tot 19.00 uur. Alshark is gevestigd op de boerderij van Evert-Jan Aalpoel aan de Rijksstraatweg 142 in Twello.

Na een uur praten is het tijd om weer aan de slag te gaan. De koelwagen van Aref is al ingepakt, papa kan weer gaan leveren. We schieten foto’s in de kaasmakerij en ik krijg een bak met twee stukken kaas erin. De ene moet ik voor gebruik spoelen met koud water, de andere juist met warm water. “Je moet het leren eten” en met die boodschap verlaat deze kaasliefhebber pur sang de bedrijfsvloer. Dat voelt als een opdracht. “Maar jij kan ook hier weer komen om je kaas te kopen” roept Aref mij na. Dat klinkt voor mij hetzelfde als ‘tot ziens’ en dat doe ik maar wat graag bij deze goedlachse man en zijn fijne gezin.

woensdag 16 juni 2021

Deel dit bericht