Uilenwerkgroep kan aan de slag

NIJBROEK- De organisatoren van een informatieavond over steenuilen in dorpshuis de Arend in Nijbroek keken wel even vreemd op. Zij hadden, op basis van belangstelling in het verleden op andere plaatsen, gerekend op hooguit een tiental belangstellenden, met mogelijk een uitschieter naar misschien wel vijftien personen. Er waren meer dan tachtig zéér belangstellenden aanwezig.

Als de organisatoren van de avond, de mensen van de stichting Landschapsonderhoud Gelderland, zich bij hun collega’s van die stichting beter hadden laten voorlichten, dan waren zij waarschijnlijk beter op de massale aandacht voorbereid geweest. In en rond Nijbroek zijn de mensen namelijk altijd geïnteresseerd in een mogelijke nieuwe aanpak of methode. Eigenlijk bleek dat bij de mogelijke totstandkoming van een nieuwe steenuilenwerkgroep op voorhand al. De mensen van de regionale uilenbeschermingsgroep, de Oelewappers uit Zutphen, die in een grote regio actief zijn, waren in Nijbroek, vooruitlopend op de informatieavond, al gestuit op de jeugdige Marcel Berghuis. Een scholier, die op zijn jonge leeftijd inmiddels al bijna meer kennis had vergaard over allerlei uilenrassen in het algemeen en over de steenuil in het bijzonder, dan veel van de professionals in huis hadden. Hij werd door Goen Jansen van de Oelewappers dan ook met open armen ontvangen als het eerste lid van de nieuw op te richten Bruuker uilenwerkgroep.

Er werd tijdens de informatie avond een sprankelend betoog gehouden over nut en pracht van de steenuil. De randzaken die het uiltje graag om zich heen ziet, zoals veel muizen, een veilig onderkomen en voldoende rust (een uil houdt bijvoorbeeld niet van rondsluipende katten om zijn huisje) zijn vooral in de buitengebieden met oog voor de natuur en creativiteit best te waarborgen, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van uilenkasten en het aanleggen van takkenrillen en/of muizenruiters (een mooi woord voor een berg puin of sloophout waar muizen in kunnen nestelen). Ook een verscheidenheid van dieren is bevorderlijk voor het welbevinden van de steenuiltjes (behalve dan de katten natuurlijk), terwijl er voor moet worden opgepast dat er geen open water onder de nestkast is, in verband met verdrinkingsgevaar voor de uilskuikens. Zij krijgen op zeker moment nl. wel vliegles, maar kunnen absoluut niet zwemmen. Jansen benadrukte dat het vooral in de IJsselvallei behoorlijk goed gaat met de steenuiltjes. De prachtige diertjes zijn in feite cultuurvolgers, zij kennen de mensen op wier erf zij mogen wonen en bergen zich bij ‘vreemd’ bezoek ijlings op. Natuurlijk is er geen blinkende medaille zonder keerzijde, Jansen gaf toe dat, hoewel de steenuil bij voorkeur muizen en meikevers op het menu heeft staan, een sappig zangvogeltje er ook wel ingaat. Het zijn en blijven natuurlijk wel roofvogels en vooral als een nest met kuikens gevoed moet worden, gaan er ongelofelijke hoeveelheden ‘muis’ doorheen om ze op te laten groeien tot de sterke vogels die zij moeten worden.

woensdag 30 november 2016

Deel dit bericht