Sander Stronks, fractievoorzitter van Gemeente Belangen, riep op tot een open dialoog. “We zijn geschokt door de bekladding van het Rabobank-gebouw in Voorst, maar er leeft dus wel iets onder onze inwoners. Wij steunen de gekozen weg van het college van harte, maar we kunnen de ogen niet sluiten voor zorgen van omwonenden.” Bovendien benadrukte Stronks dat ruimtelijke plannen geen vertraging op mogen lopen en dat de permanente huisvesting van statushouders (asielzoekers met een verleende verblijfsvergunning) geen gevolgen voor inwoners van Voorst mag hebben.
De fractie van VVD-Liberaal2000 stelde voor om lokale Voorster ondernemers te betrekken bij bijvoorbeeld bevoorrading van het gebouw en sprak haar waardering uit voor de wijze waarop het college de situatie aanpakte. Fractievoorzitter Ruud Kooij wilde verder geen debat aan gaan. “Dit onderwerp is op dit moment niet geschikt voor een debat.”
De andere fracties waren het eens in hun oordeel dat het college het onderwerp doordacht en transparant aan heeft gepakt. Ook zij benadrukken het belang van openheid zodat het gevoel dat leeft onder inwoners van Voorst ook gehoord wordt.
Burgemeester Penninx gaf aan blij te zijn met de steun vanuit de raad. “We hebben een zorgvuldige afweging gemaakt bij de keuze voor deze noodlocatie. Dit gebouw is op dit moment het meest geschikt, omdat er verschillende ruimtes zijn met verschillende mogelijke gebruiksdoeleinden en omdat het gebouw al in handen is van IJsseldal wonen.” Penninx benadrukte dat er een verantwoordelijkheid voor de vluchtelingen bestaat, maar dat er zeker ook geluisterd wordt naar de burgers. “Communicatie naar het dorp is erg belangrijk, we moeten gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen. Maar het is wel héél erg teleurstellend als dan het gebouw toch wordt beklad”, aldus de burgervader. Hij lichtte het belang van veiligheid nog eens extra uit. “We hebben bewust voor opvang van maximaal vijftig vluchtelingen gekozen, omdat dat ook met begeleiding goed te behappen is. We willen permanente begeleiding in en rond het gebouw zodra er vluchtelingen zitten en dat is op deze manier goed te doen.”
Penninx sloot af met de mededeling dat de crisisopvang nadrukkelijk voor een half jaar geldt, dat er geen plannen in Voorst in de wielen mogen worden gereden en dat er zeker wordt gekeken op welke manier Voorster ondernemers iets kunnen verdienen aan de opvang.