Na het huwelijk in 1964 vestigde het paar zich aan de Bongerdskamp in het dorp. Ze kregen vier kinderen. Johan werkte als slagersknecht, maar na zijn huwelijk bij een betonfabriek. Op zijn 37^e werd hij afgekeurd vanwege gezondheidsproblemen. De bruid werkte in de horeca en na een aantal jaren thuis te zijn geweest toen de kinderen klein waren, pakte ze dat werk weer op. Samen verhuisden ze naar een huis aan de Enkweg waar ze nu nog wonen.
Ze klusten samen in en rond huis en moestuin en vonden hierin voldoening. Omdat de bruidegom twee protheses heeft is kleine stukjes lopen nu alleen nog mogelijk met een rollator. Even hebben ze getracht een seniorenwoning te huren, maar dat viel niet mee. Tenminste niet als je in het dorp wilt blijven. Ze besloten hun huidige huis zelf aan te passen. Van de kleine voorkamer maakten ze een slaapkamer en met een traplift komt Johan naar boven naar de badkamer. De verzorging doen ze helemaal zelf met indien nodig hulp van een van de kinderen of kleinkinderen. Het echtpaar geniet van hun zelfstandigheid, de grote tuin en van hun vier kinderen en zes kleinkinderen die bijna allemaal in de buurt wonen. Ze vierden hun gouden huwelijksfeest alleen met de naaste familie.