Begrafenisrituelen (midden vorige eeuw) van: Aanzegger, aanspreker tot begrafenisondernemer

Voorst- Willi Hensbergen vertelt: “’Mijn vader was timmerman/wagenmaker in ons kleine dorp. Hij was hiermee gestart na zijn huwelijk. Hij kocht een klein boerderijtje, waar hij in het achterhuis zijn timmerwerkzaamheden startte. Een onderdeel van zijn timmerwerken was het maken van doodskisten, destijds een klus voor de timmerman.

Regelmatig stond er dus een kist klaar in de werkplaats, waar wij gewoon langs liepen als we naar de keuken gingen. Mijn moeder zorgde voor de binnenkant, de bekleding van de kist.

Met lakenstof (ook wel met damastpapier) werd de kist bekleed en een hoofdkussen gemaakt. (In de oorlog kostte haar dat haar lakenuitzet).

Mijn vader assisteerde ook vaak mijn oom in zijn werk als aanzegger.

Toen die oom overleed begon zijn taak in dit bijzondere werk. De diaconie van de hervormde kerk had hem daarvoor gevraagd. Hij kwam dus in dienst van de kerk.”

Aanzegger.
Aanzeggen gebeurde in die jaren nog regelmatig. Als iemand overleden was, moest hij in de buurt (bij een belangrijk persoon soms het hele dorp) gaan vertellen - aanzeggen - dat er iemand was overleden. In vaste kledij (zwarte broek, zwarte lang jas met zwart/witte tressen en een hoge zwarte hoed) ging de aanzegger langs de deuren.

Daarna werd er met de familie overlegd over de begrafenis, zoals:

Een datum vaststellen en een afspraak met de predikant maken. Het lijk moest afgelegd worden door de wijkverpleegster (of door familie of buren). Een kist moest worden besteld bij de timmerman, in dit geval Hensbergen dus. Vervolgens werd er een plek in het sterfhuis eenvoudig ingericht. In de (mooie)woonkamer of de slaapkamer in het rouwhuis. De luiken werden gesloten. Nadat de overledene in de kist was gelegd werd die op lage schraagjes geplaatst. Rouwkaarten moesten worden gedrukt. Soms een advertentie geplaatst. En wie zou de kist dragen? Meestal door de buurmannen en/of familie. Maar er was ook een vast stel dragers in zijn dienst. Gepensioneerde mannen ontvingen daarvoor ƒ 2,50 per keer. De kledij van deze mannen bestond uit een hoge zwarte hoed en zwarte capes.

Willi: “Mijn moeder had daar een speciale grote kast voor. En na elke begrafenis werden de capes afgeborsteld en gelucht.”

De lijkkoets werd besteld. In het laatst van die jaren kwam ook de rouwauto in beeld Op de dag van de begrafenis moest de kist door de dragers -na het drinken van een borrel uit hetzelfde glas- het huis uitgedragen worden. Dat gaf nog wel eens moeilijkheden. Soms een trap af. (Wat soms leidde tot opnieuw het lijk in de kist goed leggen)

“Ook in de tijd met zijn oom gebeurde het dat de kist op een platte wagen werd geplaatst, met zoveel kracht dat de kist aan de andere kant er weer af schoof. Met de nodige hilariteit! Wel zo dat de familie het niet merkte.

Het uitdragen gebeurde door de voordeur, die verder bijna nooit werd gebruikt. De lijkkoets stond voor de deur. Mijn vader liep voor de lijkkoets uit. Heel vaak tot aan het kerkhof. Als het erg ver was, mocht hij in een van de rijtuigen (later volgauto) of bij op de lijkkoets stappen.

Hij vertelde wel eens dat hij zo’n 10 meter lopend voor de lijkkoets, de familie in het eerste rijtuig ruzie kon horen maken over de erfenis!

In de oorlogstijd maakte hij mee dat er elf kisten tegelijk op een platte wagen werden vervoerd naar het kerkhof. Er gebeurden in die tijd verschrikkelijke dingen.

Na de begrafenis maakte hij de nota op. Voor de tegenwoordige tijd een belachelijk laag bedrag: Rond de ƒ 500.—

Daarna ging hij naar de familie om te overleggen over een steen op het graf.

Van aanzegger was hij inmiddels aanspreker geworden. Het werk bleef hetzelfde.

Wel meer met rouwauto en volgauto’s! En minder aanzeggen aan de deuren.

Het was geen gemakkelijk baantje, maar hij deed het met inzet. Al had hij het steeds weer erg moeilijk met jong overledenen. Belangrijke personen uit ons dorp kregen op verzoek van de familie vaak een speciale begrafenis.

In de laatste jaren van zijn baan werd hij begrafenisondernemer genoemd.

Dat veranderde niets aan zijn inzet. Hij deed dit met liefde voor dit bijzondere vak,” aldus Willi Hensbergen.

foto: aanzegger, aanspreker, begrafenisondernemer J,B. Hensbergen in vol ornaat.

woensdag 10 april 2024

Deel dit bericht