De Opa van de Thee was een polderjongen (2)  door Wim Tempelman

In 1817 trouwde Johannes voor de tweede keer, ditmaal ging Anna Jacoba van der Hucht (Antje) als bruid aan zijn arm. Het paar trouwde in Nijmegen en kreeg uiteindelijk dertien kinderen. De oudste twee werden (1818 en 1819) in Amsterdam geboren , waardoor de vraag rijst of de jong gehuwden zich na hun huwelijk wel gelijk op Hunderen vestigden. (Als een terzijde wil ik hier opmerken dat de tweede dochter de voornamen Cicilia Susanna kreeg. Een eerbetoon aan Johannes’ eerste vrouw?-W.T.) Pas het derde kind uit dit huwelijk, en tegelijkertijd de eerste zoon, Rudolph Albertus Kerkhoven, zag op 9 juli 1820 op Hunderen het levenslicht. Even de lijn doortrekken: deze Rudolph (stichter van de theeonderneming Ardja Sari) trouwde op 4 juni 1846 te Twello met Aleida Catharina van Delden. Hun zoon Rudolph Eduard Kerkhoven stapte in Batavia met Jenny Roosegaarde Bisschop in het huwelijksbootje. Deze twee trokken de aandacht van Hella Haasse en vormen de hoofdpersonen uit de roman “Heren van de thee”. Daarmee is een deel van de titel van dit artikel verklaard: Johannes Kerkhoven is de opa van die theemijnheren.Rudolph en Jenny krijgen alle aandacht van Hella Haasse voor hun werkzaamheden in Indië. Rudolph stortte zich zo intens op de beslommeringen van zijn theeplantage (destijds gedurfd, koffieplantages waren immers usance) in ”de gordel van smaragd” dat zelfs zijn huwelijksgeluk daaraan ondergeschikt werd. Zijn vrouw Jenny ging in deze arbeidsintensiviteit ten onder. Toen zij vanuit Nederland ook nog moest vernemen dat haar moeder -haar grote steun- in 1907 te Apeldoorn was overleden, besloot ze dit leven te verlaten. Een half jaar na het overlijden van haar moeder en drie maanden voor het huwelijk van haar oudste zoon verliet zij, vrijwillig, haar aardse bestaan. Geheel gedesillusioneerd.

”Ook de thee wordt duur betaald”.

In eigen land toonde grootvader Johannes zich eveneens een nijver ondernemer. Hij werd firmant in de fa. Kerkhoven en Co., en was als commissionair in effecten de tweede bankier uit de familie; oom Jan Willem Kerkhoven was de eerste. Met vooruitziende blik was hij de eerste bankier die vertrouwen had in papiergeld. Als medefinancier van het Noord Amerikaanse spoorwegennet de Saint Paul en Pacific Railroad werd (gewoonte getrouw overigens) een halteplaats naar hem (zijn firma) genoemd. Kerkhoven is nu een stadje in Minnesota. Voorts kocht hij veengronden aan de Dedemsvaart voor zijn zoon Rudolph Albertus maar getuigde van zijn liefde voor Gelderland door lid te worden van de Provinciale Staten. Overigens legde ook de tweede zoon, Willem Octavius, getuigenis af van de heersende ondernemingszin van zijn familie. Eveneens in de functie van bankier was hij het die in 1872 een buiten met open toren liet bouwen op de hoek van wat nu de kruising Rijksstraatweg-Terwoldseweg is. Na voltooiing noemde hij het “Eureka”. Het eerbiedwaardige huis Beekwolde, ooit gebouwd op gronden van het landgoed Beekzicht, verkreeg nu de naam Eureka en later nog het epitheton Witte Brug.

Volgende week meer.

woensdag 17 januari 2018

Deel dit bericht