Van traditie naar toekomst
Nog niet eens zo lang geleden wilden dorpen vooral alles bij het oude laten. Vijftig jaar terug was de verkoop van een woning groot nieuws en was ‘ons kent ons’ vanzelfsprekend. Voorzieningen stonden nauwelijks ter discussie.

Tegenwoordig is ‘leefbaarheid’ een veelgebruikt begrip. Voor dorpen als Klarenbeek gaat het om de balans tussen het koesteren van de eigen cultuur en het maken van keuzes voor de toekomst. Het nieuwe dorpsplan is daarin een belangrijke leidraad.

Twee gemeenten, één plan
Bijzonder is dat Klarenbeek onder twee gemeenten valt: Apeldoorn en Voorst. Apeldoorn werkt aan een vitaliteitsplan dat ook op Klarenbeek van toepassing wordt. De werkgroep is daar nauw bij betrokken.

Ook gemeente Voorst haakt aan. “Ons dorpsplan wordt één plan,” zegt de werkgroep. “We zitten met Apeldoorn én Voorst aan tafel en kunnen rekenen op betrokken ambtenaren vanuit beide gemeentehuizen.” De samenwerking tussen de gemeenten is voor het dorp van groot belang.

Wat Klarenbeek bijzonder maakt
De werkgroep roemt het dorp en de inwoners. Vrijwilligers zijn er in overvloed en zetten zich breed in, van sport en cultuur tot zorg en evenementen. Klarenbeek beschikt over onder andere een basisschool, een gezondheidscentrum, horeca, een supermarkt, een treinstation en zelfs een molenwinkel.

Daarnaast is er de ambulante handel, zoals de slager, frietkraam, kaashandel en viskraam. Lokale boerderijwinkels en fraaie fietsroutes dragen bij aan de aantrekkingskracht. “Wie goed kijkt, proeft de dorpscultuur,” aldus de werkgroep. “We leven in een paradijs, maar om dat te behouden moeten we ook duidelijke grenzen stellen.”

Inwoners aan het woord
Om te weten wat er leeft, hield Klarenbeek een uitgebreide enquête. De vragen gingen over vrijwel alle thema’s die het dorp raken. De respons was groot: een breed draagvlak voor de toekomstplannen.

Tijdens een bijeenkomst zijn de resultaten gedeeld met de inwoners. De uitkomsten vormen belangrijke bouwstenen voor het dorpsplan. Dat zorgt voor herkenning én betrokkenheid bij de inwoners.

Woningbouw als speerpunt
“De rode draad is het dorpseigen karakter, waarbij betrokkenheid en vrijwilligerswerk onmisbaar blijven,” aldus de werkgroep. Tegelijkertijd is groei nodig, met name op het gebied van woningbouw.

Veel jongeren willen in Klarenbeek blijven wonen. Volgens de werkgroep zijn er meerdere geschikte locaties waar in totaal zo’n 250 woningen kunnen verrijzen. Daarmee wordt niet alleen de jonge generatie geholpen, maar ontstaat er ook ruimte voor ouderen die een passende woning zoeken. Zo blijft de doorstroming op de woningmarkt gewaarborgd.

Groene buffer tegen Apeldoorn
De nabijheid van Apeldoorn maakt het behoud van een groene buffer cruciaal. “Klarenbeek wil geen wijk van Apeldoorn worden. De A50 vormt voor ons een duidelijke grens,” benadrukt de werkgroep.

De buffer is ook van belang voor de agrarische bedrijven in het buitengebied. Daar zetten veel jongeren de bedrijfsvoering voort. Voor de toekomst van hun bedrijven is grond nodig, en daarmee ook de levensvatbaarheid van het agrarisch gebied. “Er is een hechte band tussen dorp en buitengebied,” stelt de werkgroep. “Dorpsbewoners en agrariërs trekken samen op en hebben goed contact.”

Jeugd in beeld
Een belangrijk aandachtspunt is ook de jongste generatie. Studenten van Saxion Hogeschool deden onderzoek onder Klarenbeekse jongeren van 11 tot en met 17 jaar. Hun wensen en verwachtingen geven eveneens een richting aan het dorpsplan.

“Dat is onze uitdaging,” zegt de werkgroep. “Hoe geven we jongeren een plek in de gemeenschap en zorgen we dat zij zich in Klarenbeek blijven thuis voelen?”