Update gebruik rubberkorrels kunstgrasvelden

Naar aanleiding van het uitgebreide onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar het sporten op kunstgras met rubbergranulaat en de eventuele gezondheidsrisico’s daarvan concludeert het RIVM dat de resultaten geen aanleiding geven om gezondheidsschade te verwachten. Er zitten in de rubberkorrels wel stoffen die geassocieerd worden met kanker, maar in zulke kleine hoeveelheden dat er geen reden is voor een speelverbod. Het extra kankerrisico is ’verwaarloosbaar’.
Ook al zou een andere norm gehanteerd worden – die voor consumentenproducten – dan nog zou het advies hetzelfde zijn. Het onderzoek richtte zich immers op de gezondheidsrelatie en niet op Europese normen. Onder andere Vereniging Sport en Gemeenten (mede namens VNG), GGD GHOR, het ministerie van VWS en de KNVB nemen het advies van RIVM over.
Verschillende onderzoeken
Het RIVM is op verschillende manieren op zoek gegaan naar meer kennis over rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid. Op basis van een literatuuronderzoek heeft het RIVM alle relevante wetenschappelijke publicaties beoordeeld. Deze bevindingen zijn gecombineerd met het veldonderzoek. Van 100 kunstgrasvelden zijn 600 monsters onderzocht. Daarmee is duidelijk geworden welke stoffen voorkomen in het rubbergranulaat.
In een ander onderdeel van het uitgebreide onderzoek is in een lab gekeken in welke mate er stoffen onder bepaalde omstandigheden vrij kunnen komen. Denk hierbij aan huidcontact of het inslikken van het granulaat. Voor de te gebruiken methoden en selectie van stoffen is ook gekeken naar de aanpak en resultaten van internationale onderzoeken. Daarnaast is de onderzoeksopzet ter toetsing voorgelegd aan een wetenschappelijke begeleidingscommissie.
De uitkomsten van de verschillende onderzoeken leiden nu tot de conclusie dat het veilig is om op kunstgras met rubbergranulaat te sporten. Het

onderzoeksrapport is digitaal beschikbaar. Het RIVM heeft daarnaast een video

gepubliceerd met meer informatie en uitleg.
Update 28 november 2016
Gisteravond (zondag 27 november j.l.) is in de uitzending van het NOS-journaal om 20.00 uur een item behandeld over de mogelijke gezondheidsrisico’s van SBR-rubbergranulaat. In het item zijn enkele resultaten uit het onderzoek van de bandenbranche gepresenteerd en becommentarieerd door een toxicoloog. De uitzending wekt de indruk dat er nieuwe feiten zijn, maar deze zijn er niet.
Het nieuwsitem zorgt echter weer voor veel onrust bij verenigingen, omdat de uitkomsten van het onderzoek worden vergeleken met de consumentennorm voor chemische stoffen. Hierdoor wordt de norm voor chemische stoffen vaak overschreden. Voor rubbergranulaat geldt echter een andere norm. Binnen zogenaamde REACH-verordeningen worden stoffen op basis van gebruik geclassificeerd. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een voorwerp en een mengsel. Rubbergranulaat valt onder de categorie mengsels. Hiervoor geldt dus ook een andere norm. Meer informatie over REACH kunt u vinden op

https://echa.europa.eu/nl/regulations/reach

.
Geen wijziging
Deze ochtend heeft Vereniging Sport en Gemeenten uitvoerig contact gehad met het RIVM. Het RIVM heeft geen aanleiding om haar advies te wijzigen. Namelijk dat er gewoon gesport kan worden op kunstgrasvelden met SBR-rubbergranulaat. Vereniging Sport en Gemeenten volgt het standpunt van het RIVM en ook de gemeente Voorst volgt dit standpunt. Medio december worden de uitkomsten van het RIVM-onderzoek verwacht. De gemeente Voorst wacht dit officiële onderzoek af zoals ook geadviseerd door het RIVM en de VSG.
Update 15 november 2016
Woensdag 9 november zijn de laatste monsterafnames gedaan door het RIVM. In totaal zijn honderd kunstgrasvelden met rubbergranulaat bemonsterd waaronder het kunstgrasveld van Sportclub Teuge. De steekproef is een willekeurige selectie van locaties in Nederland, de leverancier van het materiaal, de ouderdom van het rubbergranulaat en de frequentie van het gebruik. Hiermee vormt de steekproef een representatieve afspiegeling van de kunstgrasvelden met rubbergranulaat in Nederland.
Alle monsters worden standaard geanalyseerd op risicovolle stoffen waarvan al bekend is dat die in rubbergranulaat kunnen zitten. Dit zijn PAK’s, zware metalen, vluchtige organische stoffen en Ftalaten (weekmakers). In eerdere studies is ook naar deze stoffen gekeken. Daarnaast wordt er aanvullend onderzoek gedaan aan een beperkte set van monsters. Deze proeven kosten meer tijd en zijn arbeidsintensief. Om er zeker van te zijn dat er geen verdachte stoffen over het hoofd worden gezien wordt een ´General unknown screening´ uitgevoerd. De focus ligt daarbij op het detecteren van eventuele stoffen waar niet standaard naar gekeken wordt.
Parallel aan het veldonderzoek is het RIVM ook op andere manieren op zoek naar meer kennis over rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid. Met een literatuuronderzoek beoordeelt het RIVM alle relevante wetenschappelijke publicaties. Deze bevindingen worden gecombineerd met het veldonderzoek waarmee duidelijk moet worden welke stoffen voorkomen in het rubbergranulaat. Vanuit het RIVM wordt op dit moment ook de laatste hand gelegd aan de enquêteformulieren. Deze worden door het RIVM voorgelegd aan die sportverenigingen die bemonsterd zijn. De contactpersonen wordt gevraagd de enquête in goed overleg in te vullen met de beheerder en eigenaar van het veld.
Het streven is dat 15 december de onderzoeksgegevens bekend zijn. De gemeente Voorst wordt hierover geïnformeerd zodra deze informatie bij het RIVM bekend is en plaatst deze informatie op de gemeentelijke website voorst.nl.
Update 1 november 2016
Het RIVM is gisteren gestart met de monstername van rubbergranulaat op 100 sportvelden in Nederland. Hiermee wordt een representatief beeld verkregen van de samenstelling van het granulaat. De onderzoeksopzet van RIVM is vorige week tijdens de eerste maatschappelijke klankbordvergadering met verschillende stakeholders uitvoerig besproken. Dit klankbord zal met grote regelmaat bijeenkomen om signalen en vragen die leven in de maatschappij en binnen komen bij deze organisaties, in beeld te brengen en met elkaar te delen. Tijdens de vergadering is door het RIVM nogmaals benadrukt dat er geen reden is te stoppen met sporten op de velden met SBR-rubbergranulaat.
Onderzoek RIVM
Het onderzoek dat RIVM in opdracht van het ministerie van VWS uitvoert bestaat uit twee delen. Een veldonderzoek en een literatuuronderzoek.
Veldonderzoek samenstelling rubbergranulaat
Om een representatief beeld te krijgen van de samenstelling van het rubbergranulaat in Nederland, onderzoekt het RIVM van 100 velden welke stoffen er in het rubbergranulaat zitten. Op 6 plekken op het veld worden monsters genomen. Per plek wordt minimaal 1 liter granulaat met een stofzuiger opgezogen en in een glazen fles meegenomen naar het laboratorium. In het lab wordt het rubbergranulaat geanalyseerd.
Een ander onderdeel van het onderzoek is dat met een selectie uit de verkregen monsters in het lab wordt gekeken in welke mate er stoffen onder bepaalde omstandigheden vrij kunnen komen. Denk hierbij aan huidcontact of het inslikken van het granulaat. Voor de te gebruiken methoden en selectie van stoffen is ook gekeken naar de aanpak en resultaten van internationale onderzoeken.
Literatuuronderzoek
De afgelopen jaren zijn er in meerdere landen onderzoeken uitgevoerd naar rubbergranulaat. Met literatuuronderzoek brengt het RIVM in kaart wat er nu bekend is over rubbergranulaat op sportvelden en de mogelijke gevolgen voor de gezondheid. En er wordt een overzicht gemaakt van normen voor rubbergranulaat in de huidige regelgeving. Hiervoor heeft het RIVM onder andere contact met ECHA (European Chemicals Agency) en EPA (Environmental Protection Agency), omdat zij op dit moment ook onderzoek doen naar dit onderwerp.
Onderdeel van het literatuur onderzoek is ook kennis verzamelen over blootstellingscenario’s en wat er bekend is over leukemie en lymfeklierkanker in relatie tot rubbergranulaat. Voor dit laatste deel van het onderzoek werkt het RIVM samen met het Internationaal Kanker Centrum Nederland.
De resultaten van het onderzoek moeten eind 2016 beschikbaar zijn. Er moet dan een duidelijk beeld zijn van de belangrijkste chemische stoffen in rubbergranulaat in Nederland en inzicht geven in mogelijke gezondheidseffecten van rubbergranulaat. Het is dus geen volledige risicobeoordeling, dat is in het gestelde tijdsbestek niet mogelijk. Wel geeft het de eerste antwoorden op de vragen die gesteld zijn door het Ministerie van VWS.
ECHA-onderzoek naar rubbergranulaat
Het Europees Chemicaliën Agentschap (ECHA) verricht momenteel ook onderzoek naar de samenstelling van rubbergranulaat. Dit op verzoek van de Europese Commissie, vanuit voortdurende aandacht voor PAKs in consumentenproducten en mengsels. De afkorting PAKs staat voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen. PAKs zijn kankerverwekkende stoffen die vrij kunnen komen uit rubbergranulaat, maar bijvoorbeeld ook als je eten laat aanbranden tijdens barbecueën. De resultaten van dit ECHA-onderzoek worden verwacht in februari 2017.
Update 10 oktober 2016
Vorige week rapporteerden diverse media over mogelijke gezondheidsrisico´s van rubberkorrels die veel gebruikt worden in kunstgrasvelden. Dit heeft bij sporters, ouders, clubs en scholen begrijpelijkerwijs tot vragen geleid. Het RIVM, VSG en de GGD Noord- en Oost Gelderland vinden het belangrijk dat alle beschikbare informatie wordt geëvalueerd en dat er extra onderzoek wordt gedaan. Minister Schippers heeft het RIVM daar inmiddels om gevraagd.
De gemeente Voorst deelt de conclusie dat er snel gedegen vervolgonderzoek nodig is. Op dit moment ziet de gemeente op advies van de GGD geen reden om te stoppen met sporten op kunstgras. Als de resultaten van dat onderzoek om maatregelen vragen, dan voeren we die uit. Wij staan hierbij in nauw contact met de betrokken sportverenigingen.
Update 9 oktober 2016
Door de uitzending van het programma Zembla van 5 oktober 2016 zijn vragen gerezen over de mogelijke gezondheidrisico’s die kunstgrasvelden kunnen hebben voor gebruikers. Minister Edith Schippers begrijpt de zorgen en heeft het RIVM daarom uit voorzorg gevraagd met spoed extra onderzoek te doen. Hiervoor zullen 50 tot 100 velden actief bemonsterd worden.
Het RIVM zal bij dit onderzoek in overleg treden met de Schotse experts die tijdens de uitzending van Zembla aan het woord waren en in contact treden met Belgische collega’s die aangekondigd hebben ook onderzoek te gaan doen naar rubbergranulaat. Schippers heeft ook Bureau Risicobeoordeling van de NVWA (BuRO) gevraagd een rol in dit onderzoek te spelen. De minister verwacht voor het einde van het jaar de Tweede Kamer en het publiek over de resultaten van dit onderzoek te informeren. Meer info:

www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2016/10/07/schippers-extra-onderzoek-rubbergranulaat-kunstgrasvelden

Update 7 oktober 2016
Wij ontvingen

bijgaand bericht van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) via de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG). Op zeer korte termijn heeft het VSG overleg met o.a. KNVB en RIVM over deze kwestie. Als er aanvullende informatie beschikbaar komt (in aanvulling op ons nieuwsbericht van donderdag 6/10)

informeren wij u daarover.

dinsdag 20 december 2016

Deel dit bericht
Advertentie