Michiel Jansen ging voortvarend van start. Hij offerde zijn paard op de oningsvleugel. Daarna wist hij zijn tegenstander continu onder druk te houden. Toen deze mat enkel kon voorkomen door een dame offer hield hij het voor gezien. John de Boer kwam vlot tot een eindspel. Met een loper en 2 pionnen voor, een gunstig eindspel. Toch had zijn tegenstander de torens en dame mooi op lijn, maar John liet zich niet verrassen. Na gedecideerd torenspel van John kon zijn tegenstander mat enkel voorkomen door een kwaliteit te geven. Daarna stond het snel 2-0. Een mooie voorsprong op weg naar het kampioenschap, maar op dat moment ging het op de resterende 4 borden nog gelijk op. Henry Veneman had de eer om 3-0 te scoren voor Voorst. Dit was door een fout van zijn tegenstander met enig fortuin. Jeroen Nikkels stelde de overwinning veilig door remise overeen te komen. Ook Guido van Heuvelen wist, zij het met een pion minder, remise te spelen.

De partij van de avond was met afstand de partij van Lûtsen Dooper. Hij stond een pion voor, maar beide spelers hadden ook nog een dame. Lûtsens tegenstander wist daar heel goed gebruik van te maken en had al eens remise aangeboden. Met een mooie combinatie van eerzucht en vertrouwen speelde Lûtsen verder voor het optimale resultaat. Wat hij ook probeerde het mocht niet baten. Zijn tegenstander wist door sterk gemanoeuvreer van dame en koning het spel ingewikkeld te houden. Zodat uiteindelijk ook Lûtsen genoegen moest nemen met remise en het kampioenschap kon gaan vieren.

De kampioenen, van links naar rechts: Michiel Jansen, Jeroen Nikkels, Henry Veneman, Lûtsen Dooper, John de Boer, Guido van Heuvelen.