Toch is er nog een ‘crisis’ waar we ook in Voorst de komende jaren mee te maken krijgen; file op het stroomnet, de zogenaamde netcongestie. Zeker tot 2035 zit het stroomnet vol en is er te veel vraag of aanbod van stroom op hetzelfde moment. Daardoor is er nu vaak geen stroomaansluiting voor woningbouw, de uitbreiding van bedrijventerreinen en verduurzaming van bestaande gebouwen.

Al staan vooral de netbeheerders aan de lat om het stroomnetwerk uit te breiden, als gemeente hebben we wel degelijk invloed op het versnellen van de oplossingen. In het Regionaal Programma Energievoorziening (RPE) dat recent is aangeboden aan de gemeenteraad staat hoe we kunnen bouwen aan een betaalbare en betrouwbare lokale energievoorziening. ‘Lokaal’ is daarbij het sleutelwoord; waar energie vroeger iets was dat werd geregeld door de landelijke overheid, zal de opwek en het verbruik van energie in de toekomst dichterbij elkaar liggen. Denk aan groepen bedrijven en huishoudens die samen stroom opwekken en gebruiken. Zo blijft stroom meer in de buurt en hoeft het niet ver door het net.

Maar dat soort projecten ontstaan niet zomaar. Dat vraagt ondersteuning vanuit de gemeente, soms financieel en vooral ruimtelijk. Door met vooruitziende blik buiten plek te reserveren voor kabels en elektriciteitsstations. En door lokale opwek te realiseren en te verbinden met bedrijven en huizen die deze stroom goed kunnen gebruiken. Dit betekent dat energie zichtbaarder wordt in onze leefomgeving. Niet altijd even mooi misschien, maar wel noodzakelijk om bedrijven in Voorst te laten groeien en huizen bij te bouwen.

Ik hoop dat de landelijke politiek de komende jaren de energietransitie niet ‘vergeet’ tussen alle andere urgente zaken. Maar ik weet ook; de echte transitie gebeurt hier, in Voorst, met elkaar!

Mandy Lingeman

Secretaris D66 Voorst