Vrijdag de dertiende: Dertien keer ter dood (3)

Door Wim Tempelman Na de ter aarde bestelling werd het stiller en schenen de offers tot vergetelheid gedoemd. Het leek alsof niemand, nabestaanden uitgezonderd, na 1945 nog over hen wilde horen. Wie kent nog Klaas Bakker, Willie van der Maten of Wim Lenssen? Zo goed als vergeten. Dit jaar al ruim zeventig jaar.

In een nagelaten brief van Jan Nieuwenhuis schrijft hij zijn vrouw: “Je mag de groenteboer deze brief ook wel laten lezen”. Met deze groenteboer werd Jan Nales bedoeld waarvan bekend is dat hij meer dan hand-en spandiensten aan het verzet verleende. Mevrouw Nieuwenhuis stencilde, ook na de dood van haar man nog regelmatig, samen met mevrouw Van ’t Einde, vrijheidslievende geschriften.

Bovendien verschafte zij, evenals mevrouw Van ’t Einde, onderdak aan onderduikers. Toen één van hen zich onvoorzichtig gedroeg en de situatie te onveilig werd, moest die “overgeplaatst” worden. Die overplaatsing werd toevertrouwd aan gemeenteambtenaar Egbert Plette, die regelmatig op velerhande terreinen actief was in verzetskringen. Evenals Jan Nales is hij bij de Woeste Hoeve gefusilleerd. Dat lot was ook Pieter van de Vegt, de Terwoldse dorpskapper, beschoren. Van deze kapper is tot op de dag van vandaag onbekend waarom hij opgepakt werd.

Verzoek

Op 18 november 1946 kwam bij de secretarie van de gemeente Voorst een schrijven binnen van de heer H. te Wechel, woonachtig in de Posterenk, gericht aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Voorst.

Hij schreef –citaat-: “Ondergetekende vraagt door dezen beleefd, namens de burgerij van de Posterenk te Wilp , de wegen, lopende van de Posterenk naar Twello en die van de Posterenk naar het slachthuis, een naam te geven en wel respectievelijk: de H.W. Jordensweg en U.A. Boersweg, zulks ter nagedachtenis van de twee

verzetsmenschen H.W. Iordens en U.A. Boers, die zooveel hebben gedaan tijdens de bezetting,niet alleen voor onze gemeentenaren, maarvoor ons geheele volk, waarbij zij tenslotte hun leven moesten prijs geven. Hopende dat het verzoek kan worden toegestaan, waardoor bovengenoemde twee mannen op gepaste manier geërd kunnen worden.

Hoogachtend: namens de Burgerij van de Posterenk,

H. te Wechel. (-einde citaat- inclusief spelling- en tikfouten. W.T.)

De heer Te Wechel dateerde zijn brief op 12 november.

Op de Voorster secretarie binnen gekomen d.d. 18 november. Al op 19 november (op de dag af vier jaar na het Soesterberger drama) meldden B. &W. –citaat: “Besloten aan de gemeenteraad voor te stellen alleen de Wilpschen weg den naam H.W. JORDENSWEG te geven ter nagedachtenis aan de gevallen verzetslieden en tevens om hiermede de verzetsbeweging, waarvan wijlen de heer H.W. Jordens de commandant was, in haar geheel te eeren.” -einde citaat.

Nasleep

Aldus werd besloten; al op 19 november 1946. Slechts één dag na de officiële ontvangst van de brief van de heer Te Wechel. Een weloverwogen besluit? Nauwelijks. En die U.A. Boers, (Ad Boers), kwam al helemaal niet meer in het plaatje voor. Terwijl juist hij, ondergedoken student medicijnen bij Jordens, later grote eerbied en respect kreeg toebedeeld van ir. Jac. Van Houtum, regiocoördinator

van het verzetswerk rondom Apeldoorn. Van Houtum had grote bewondering en waardering voor het verzetswerk van Ad Boers. Ad ging regelmatig de IJssel over en bezocht de afvuurinstallaties van de Duitse raketten in de bossen rondom Gorssel en Epse. Overigens merkte diezelfde Van Houtum op dat hij zich grote zorgen gemaakt had over het onvoorzichtige optreden van Jordens met betrekking tot zijn vele onderduikers en zijn niet te stuiten bravoure! Jordens en Boers werden drie maanden voor de bevrijding in Wierden gefusilleerd.

In KADER!!! Ondergrond

Gerrit van Werven gaf tijdens zijn verblijf in het Arnhemse huis van Bewaring een ring aan medegevangene Wullink. Omdat Van Werven geen dekens had zaten zij bij de verwarming. Ze hebben veel gebeden en gepraat waarbij Van Werven verklaarde dat hij bij de groep was geraakt door zijn verkering met een dochter van Van ’t Einde. Wullink gaf de ring in 1944 op zijn onderduikadres bij boer Rik van Lagen in Harskamp aan diens knecht Gait Jan van Ee. Deze verborg de ring en vervolgens raakte het kleinood in de vergetelheid. In 1974 was Wullink met vakantie terug in Harskamp, zocht zijn oude onderduikadres weer op en ontmoette ook Gait Jan. Deze zei: “Weet je nog van die ring, Herman? “Hij zocht in een oud potje en de ring kwam te voorschijn.

In 1978, nadat hij de ouders van Gerrit ook al in 1946 en 1947 had bezocht, bracht hij de ring naar Terwolde ondanks het advies zich niet met “die communist” te bemoeien. Het sieraad is nog steeds als herinnering in de familie aanwezig.

woensdag 6 december 2017

Deel dit bericht