DIERENARTS ALS PIERENARTS

Tijdens een weekenddienst was ik thuis bezig met het plaatsen van een hek. Ik was al vroeg begonnen en als er, zoals deze keer, dan in de loop van de dag een spoedje binnenkomt, waardoor mijn schouders even een uurtje tot rust kunnen komen, is dat helemaal geen vervelende onderbreking.

Ik pakte na thuiskomst mijn spit- en mokerwerk weer op na het bezoek aan een paard. Mijn dochtertje van 3, die verderop buiten aan het spelen was, kwam geïnteresseerd bij me staan om eens te kijken naar die regenwormen, die door de door mij veroorzaakte trillingen, allemaal boven de grond kwamen. Gehurkt ging ze vervolgens naar de pieren kijken en vroeg me ondertussen welk dier ik beter had gemaakt toen ik net weg was. Terwijl ze na mijn antwoorden concludeerde dat papa bijna alle dieren beter kon maken, verplaatste ze zich steeds om de regenworm te volgen, die zijn oversteek over de oprit was begonnen om elders een rustig stukje aarde te vinden. Ik legde haar uit dat deze haast had, omdat het natuurlijk behoorlijk koud was, hij ook kon uitdrogen en dat als er bijvoorbeeld een merel langskwam, hij het haasje zou zijn. Ook moest er nu natuurlijk geen bezoek komen die de oprit ging gebruiken. Maar ik had het nog niet uitgesproken, of daar draaide een auto de oprit op. ‘O nee, nu gaat de auto er overheen rijden!’

Omdat de regenworm na een halfuur en 4 meter kruipen aan de overkant was en nog maar 10 cm hoefde, en de auto ons en onze spullen juist ontweek, reed deze precies door de gevarenzone. Ons geroep en gewuif werd gezien als een vrolijke begroeting en blij terugzwaaiend reed de bestuurder door. Over ons dappere piertje heen..

Mijn dochter rende er vervolgens naartoe en keek teleurgesteld naar het krioelende slachtoffer. ‘Nu is ie dood.. Maar het zijn er nu wél twee!’ Ik bekeek de situatie en voelde toch wel medelijden met deze uit twee helften bestaande bloedende weekdier. ‘Gelukkig ben je dierenarts papa!’

Ik had al een beetje spijt, dat ik mijn capaciteiten niet wat bescheidener een halfuurtje geleden had neergezet, maar wilde haar natuurlijk niet teleurstellen. Ik legde haar uit dat één deel van de worm verder kon leven en de ander dood zou gaan. Het goede stuk liet ik haar in een jampotje doen met wat aarde, potgrond en blaadjes en we zetten deze in de kelder. We spraken af over een week weer te kijken.

De spanning om het resultaat van een behandeling van een dier te horen, is altijd wel iets aanwezig, maar deze was bij het aflopen van de keldertrap toch eigenlijk wel extra groot. Samen openden we het jampotje en gingen we zoeken naar de patiënt. Door het glas konden we zien dat er gangen gegraven waren, dus er moest wel leven zijn. En ja hoor, daar vonden we hem opgerold in een holletje. ‘Kijk, de wond is ook al mooi genezen!’ zei ik terwijl ik mijn blije dochter een high five gaf. ‘Tijd om hem weer vrij te laten!’

Hiervoor kozen we de plek dat hij een week daarvoor bijna had bereikt en we wachtten tot hij zichzelf had ingegraven. ‘Dag piertje, niet weer doormidden gaan hoor!’

woensdag 3 maart 2021

Deel dit bericht