Bij de ene moet je gewoon ‘ja ja’ zeggen en ‘het komt wel goed’ bij de ander

Twello- Twee thermoskannen koffie staan er voor onze neus. Het heeft er alle schijn van, dat het een flink gesprek gaat worden. Een logisch gevolg wanneer iemand 63 is en 47 werkzame jaren achter zich heeft liggen. En dat dan in tweevoud! Hun trappen en steigers stonden tegen de meest prachtige gevels van Nederland, de laatste klussen zijn vooralsnog die aan hun eigen woningen. Aan tafel met twee iconen in het schildersvak, die ook als vrijwilligers flinke steentjes bijgedragen.

Twee broekies en een Tomos

Johan en Cornelis Elskamp zijn 16 lentes jong en dus nog echte broekies, wanneer ze als de nummers 6 en 7 hun loopbaan starten bij schildersbedrijf Wolters BV, dan nog gevestigd in Colmschate. “We hadden daarvóór gewerkt in het zwembad, waar onze zus badjuffrouw was. Van dat gespaarde geld konden we een Tomos kopen”. Dat was zeer zeker geen luxe, om de afstand tussen Twello en dat dorp aan de andere kant van de IJssel te overbruggen. Op tijd komen was en is een must en volgens zeggen is dat in al die jaren eenmaal misgegaan, ook nog door toedoen van het halfjaarlijkse ‘klok verzetten’.

Historisch familiehuis

Het is goed vertoeven bij de heren Elskamp aan de Veenhuisweg. Een sfeervolle inrichting en alle ruimte in het prachtige historische pand, dat gebouwd werd in het jaar 1850. Wie het destijds heeft gebouwd is Johan en Cornelis niet bekend, maar wel weten ze, dat zelfs hun overgrootvader op dit adres werd geboren. “Het huis was vroeger gesplitst door de voordeur en de hal. De andere kant was van opa en oma. De familie kwam wel veel bij elkaar, want we hadden een televisie en dat was wel uitzonderlijk.”

De laatsten doen de deur dicht

Hun leven lang op dezelfde plek, kennen de broers ieder hoekje en gaatje. We krijgen een rondleiding op het bijna een hectare grote grondstuk. Aan de oost- en zuidkant omgeven door een flinke natuurlijke haag. “Die hebben we zo’n vijftien jaren geleden geplant, toen we hoorden over de nieuwbouwplannen in de buurt.” Een vooruitziende blik van de heren, want het resultaat is, dat ze nu volledig vrij zitten in het groen. Enkele viervoeters kijken ons aan vanuit hun verblijf. “Die mogen de nieuwe eigenaren straks overnemen en anders zoeken we een ander onderkomen voor ze” aldus de jongens. Want nog eenmaal staan de blikken verf gereed voor grondig onderhoud. De laatste generatie Elskamp gaat het pand verlaten; het is verkocht.

Snode plannen in het centrum

“De tuin, daar zit ook heel veel werk in. Dat vonden we wel leuk, maar nu we ouder worden, is het wel te groot.” De broers zeggen feitelijk ‘het is goed geweest’ en wachten niet tot de dag, dat ze mogelijk ooit noodgedwongen de plek moeten verlaten. “We gaan verhuizen naar het centrum, maar daar moet nog wel eerst wat gebeuren!” Dat ‘wat’ is nog wel een hele onderneming, want er moet nog een compleet appartement worden gebouwd in de Marktstraat; de plek bij De Pronkkamer en dichtbij hun zus. Als ze willen, kunnen ze er ook naar hartenlust tuinieren, want een honderd vierkante meter dakterras nodigt daartoe wel uit. Of dat ervan gaat komen?

Monumentale pandjes

Even terug naar dat leven als schilders, waarbij Johan en Cornelis een eerste aanname ontzenuwen. Het is namelijk niet zo, dat ze altijd samen op pad waren. Het kon af en toe voorkomen bij een klus, maar pas de laatste ca. acht jaren zijn ze structureel samen aan het werk. Daarbij hebben ze veelvuldig te maken gehad met de neusjes van de zalm! In het historisch rijke Bergkwartier van Deventer waren ze kind aan huis en kregen de sleutels mee. Maar ze schilderden ook onder andere De Steltenberg, Kleine Noordijk, Het Schol, De Matanze, De Witte Brug, Holthuis, Wezeveld en De Parckelaer. Zomaar even wat namen uit ’t losse polsje

Koninklijke handjes

Veel manuren stak werkgever Wolters in Paleis Het Loo te Apeldoorn, waar de broers Elskamp vele jaren naar hartenlust hebben mogen werken. Het imposante gebouw met de stallen was ook hard toe aan een opknapbeurt, getuige het boekje dat we krijgen overhandigd, uitgegeven door Wolters n.a.v. vijf jaren schilderonderhoud. In de jaren 2012 t/m 2016 werden zo’n 40.000 manuren aan het project besteed. En wie denkt aan een soort ‘grof onderhoud’ zou er goed aan doen, het paleis eens in levende lijve te aanschouwen. Tot in detail is er gewerkt; ieder latje in de kozijnen is gezien, elke krul op een lantaarn onder handen genomen. Niet voor niets won het bedrijf in 2016 de Nationale Schildersvakprijs voor onderhoudsschilderwerk.

Doe ’t maar kalm ân …

Vooruitziende blikken, tijdens het gesprek blijkt iedere keer weer, dat Cornelis en Johan daar een patent op hebben. Hun 40-urige werkweek hebben ze al jaren geleden ingeleverd. “We werkten de laatste jaren nog maar zo’n drie tot vier maanden per jaar.” Maar wat vond de werkgever daar dan van? “Tja die had geen keuze. We komen of we komen niet!”

Sportief werk

Ook hun vele vrijwilligerswerk bij Sportvereniging Twello gaat in de ban. In het verleden waren de mannen zelfs scheids- en grensrechter, draaiden kantinedienst en schilderden meermaals het pand van de vereniging. Nu is er eerst alle aandacht voor de eigen verhuizing en bouw van het nieuwe onderkomen. “Daarna gaan we bij de sportvereniging in de groenploeg. Maar dan moeten ze nog een jaartje wachten.”

Bourgondisch fietsen

Volgend jaar hopen de broers hun nieuwe stek te kunnen schilderen, wanneer de bouwvakkers naar huis zijn. Geen grote tuin, geen groot onderhoud, maar wat dan wel? “We gaan een beetje meer fietsen en genieten van het leven.” Maar wat is dan dat genieten? “Een terrasje bijvoorbeeld, daarom is het centrum wel ideaal. Dan kunnen we naar huis kruipen, ha, ha, ha! Bourgondisch? Ja, zeker! We gaan nog wel eens uit eten. Komt door ons neefje, die was ooit kok bij De Librije. Dan was er plaats over en belde hij; ‘kom maar effe’. We gaan meestal in de buurt eten, dat gaat dan op de fiets. In Twello hebben we alle restaurants wel gehad, ha, ha!

‘We gaan niet achter de geraniums zitten!’

Wanneer je in je leven zóveel mooie dingen hebt kunnen doen en volop kon genieten, zijn er dan nog wensen voor de toekomst? “We gaan niet achter de geraniums zitten en blijven bijvoorbeeld wat schilderen bij de familie. En we gaan misschien nog wat verre reizen maken, als het weer kan. China bijvoorbeeld, daar moet je toch wel geweest zijn. Maar ook dichter bij huis genieten we. We komen nu langs mooie panden en zeggen ‘dat hebben we toch mooi geschilderd’. We hebben een hoop mensenkennis opgedaan. Alle mensen zijn niet hetzelfde, je moet je overal een beetje aanpassen. Bij de ene moet je gewoon ‘ja ja’ zeggen en ‘het komt wel goed’ bij de ander.

woensdag 22 juli 2020

Deel dit bericht