Dierenarts als jonge chirurg

Sommige dieren blijven je altijd bij. Na jaren kan je er ineens weer aan terugdenken. Zo was ik recent duiven aan het enten bij een wat verwarde oude man, bij wie ik elk jaar aan huis kom. Geholpen door zijn dochter entte ik één voor één alle 80 duiven. De snelheid moesten we er wel een beetje proberen in te houden, want als het aan meneer zelf lag, zouden we elke duif minimaal twee keer pakken (‘Hadden we dit hokje al gehad, ja?’) en vertelde hij bij elke duif een verhaal.

​Bij het zien van één bepaalde duif kwam er een verhaal in me naar boven. Een prachtig rode kras doffer, die naast ons indruk probeerde te maken, leek sprekend op een duif die ik ooit gered had. Althans, voor een paar weken dan…

Vroeger zag ik tijdens het naar school fietsen een keer een zwaargewonde duif in het weiland. Ineengedoken zat hij in het gras, met om hem heen veel veren. Zonder twijfel pakte ik het dier op. Zo te zien was het aangevallen door een roofvogel, die blijkbaar tijdens het plukken van zijn prooi was verstoord.

En zo kwam ik even later weer thuis met een rode vlek in mijn shirt en een postduif bij me die een enorm gat in zijn buik bleek te hebben. De roofvogel had zo te zien al de nodige happen gehad..

Ik plaatste hem in een hokje waar al diverse opvangdieren gezeten hadden en zag dat hij meteen naar eten begon te zoeken. Nadat ik hem wat gaf, ontdekte ik een volgend defect. Een deel van de zaden, die hij vlug tot zich nam, kwam via een gat in zijn krop gewoon weer naar buiten..

Ik had eens gehoord dat vogels goed gehecht konden worden met gewoon garen. Nu had ik een aanleiding om dit zelf uit te proberen. Natuurlijk vroeg ik geen hulp bij het vasthouden; ik had geen behoefte van iemand te horen dat dit onbegonnen werk was en de duif toch dood zou gaan.

Zo geschiedde het dat ik mijn eerste dier hechtte met garen uit mijn moeders naaidoos. Ook al moest ik het mooie nieuwe klosje wegmoffelen in de prullenbak, omdat deze onder het bloed was gekomen, toch was ik tevreden over het resultaat. Ik zag in ieder geval geen gapend gat meer. Slapen deed ik die nacht waarschijnlijk weinig. Toen het enigszins ochtend leek, sloop ik naar beneden om te kijken of de duif nog leefde. Dat deed hij en hij had nog succesvol gegeten ook!

Twee weken verzorgde ik hem in zijn hokje, tot ik merkte dat hij eruit wilde. Ik nam hem mee op weg naar school en liet hem daar vlakbij los; een kilometer of 5 van mijn huis. Na vertrek maakte hij een paar mooie showrondjes en verdween uit mijn zichtveld.

Natuurlijk keek ik tijdens de schooldag en bij het naar huis fietsen of ik hem toevallig ergens zou zien. Maar ik wist wel beter; waarschijnlijk was hij weer bij zijn vroegere vrienden in het duivenhok.

Thuis aangekomen werd mij duidelijk dat hij zijn verzorgingsweekjes in het hokje blijkbaar erg gewaardeerd had; hij zat er pontificaal bovenop te wachten!

Ik was weer een huisdier rijker die elke dag op een veilige plek kwam slapen en eten. Net toen ik bedacht had er een mooi duivinnetje voor hem bij te halen, kon ik hem nergens meer vinden. Is hij toch zelf vertrokken? Dit bleef ik hopen, totdat ik, wederom in het gras, een paar veertjes zag liggen..

Had ik die veren toen maar niet gevonden, dan had ik nog altijd geloofd dat hij zélf was gaan reizen en een leuke duivin tegen was gekomen. Én dan had ik dit verhaal een happy end kunnen geven.

woensdag 28 juli 2021

Deel dit bericht