Hij kan er wel om lachen al was hij stomverbaasd dat het een serieus verzoek aan De Efteling betrof. “Ik dacht echt dat het een hele vroege 1 april grap was die je dan beter in de maand maart had kunnen vertellen” aldus John van Eijk. Samen met zijn broer Huug en gezin runt hij een familiebedrijf, waarbij ze onder meer met attracties op kermissen staan. Een van die attracties is een draaimolen met – jawel – ook prachtige paarden.

Waar gaat het om?
PETA Amerika stuurde op 8 februari jl. een brief aan Aaron Lundum, president en CEO van de grootste fabrikant van amusementsattracties in USA met het verzoek om te stoppen met de productie en verkoop van draaimolens met dierenthema’s die het gebruik van dieren als vervoermiddel en amusement normaliseren. Dieren worden tot onderdanigheid geslagen en afgeslacht als hun lichamen zijn versleten (bron: PETA.nl)

PETA Nederland schreef in het verlengde daarvan het advies aan Efteling. Carrousels met een dierenthema ‘vieren onbedoeld de uitbuiting van bewuste wezens’. (bron: AD 08-02-2024). Een mening overigens die niet wordt gedeeld door onder andere Dierenbescherming Nederland en Wakker Dier. Sterker nog, deze organisaties veroordelen de averechts actie van PETA.

Meer dan kermisattracties
John van Eijk: “Vorig jaar stond de fa. van Eijk exact honderd jaar op de kermis. Mijn opa is daar ooit mee begonnen” en inmiddels werkt de 4e generatie, zonen van John én zijn vrouw Carin volop mee in het bedrijf. Maar er is meer kennis aan boord van de familie van Eijk. Ze bouwen, restaureren en onderhouden draaiorgels én maken ook beelden op bestelling.

John laat diverse mallen zien die gebruikt worden om nieuwe beelden uit hout te vervaardigen. Met name de vraag naar paarden is heel groot. De paarden worden in de werkplaats vervaardigd uit verschillende blokken hout die later worden verlijmd tot een compleet beeld. Het schilderwerk wordt elders uitgevoerd.

“Onze paarden staan onder meer op het cruiseschip ‘Wonder of the seas’, dat is toch gaaf?” en John toont foto’s waarop een carrousel in aanbouw is op het immense vlaggenschip van een Amerikaanse cruisemaatschappij. Hij is trots op het werk dat wordt gemaakt, waarbij de producten overal ter wereld terecht komen.

Eeuwenoude cultuur en traditie
Johns broer Huug van Eijk legt uit dat het gebruik van dieren voor attracties al eeuwenoud is. “Er zijn draaimolens waar je alléén maar paarden op hebt staan” en hij vertelt over de geweldige molens in bijvoorbeeld Engeland waar rondjes op de Koningspaarden zorgen voor vertier, voor jong én oud. “Ieder kind heeft in de draaimolen wel op de rug van een dier gezeten, maar gaan ze dan respectloos om met dieren? Da’s toch onzin?!” laat John weten.

De broers kijken met argusogen naar Amerika, waar volgens hen al meer gektes vandaan zijn gekomen. Huug knikt nog eens zijn hoofd en beiden vragen zich af, wat het volgende is dat wordt aangepakt. Want hoe zit het met de te winnen prijzen van bijvoorbeeld de attractie met de grijpkranen? John: “In de bakken liggen dieren die je eruit kan halen en we hebben ook grote dieren als prijs. Moet dat dan ook verboden worden? En wat denk je van kermisattracties met eendjes in het water of de kamelenrace?”

‘Wij maken ons geen zorgen’
Vooral in de wintermaanden is de fa. van Eijk druk met onderhoud- en restauratiewerkzaamheden van vele draaiorgels. Ook worden dan de houten beelden voor draaimolens geproduceerd. Stel dat er een landelijke tendens gaat ontstaan en dieren op draaimolens worden verboden, wat dan? John: “Wij maken ons geen zorgen. We hebben een grote diversiteit qua werkzaamheden, de houten beelden zijn er een onderdeel van.”

John vervolgt: “De paarden zullen niet uitsterven, ze worden bij ons nog nieuw gemaakt!” en wederom volgt er een lachsalvo. Zoon van John, Johnny van Eijk schreef op social media ‘Net als je denkt, het kan niet gekker …!’ Daar wil vader John wel op reageren. “Stel dat deze gekte doorslaat, wat volgt er dan? Afschaffen van auto’s op de draaimolen? Omdat echte auto’s vervuilend zijn? Op onze molen staat bijvoorbeeld een oude Cadillac. Die lust in ’t echie wel wat litertjes, ha, ha, ha!”