Twello- Met de uitreiking van de Koninklijke Erepenning op donderdag en een inspirerende avond vol verhalen op vrijdag vierde de Historische Vereniging Voorst (HVV) haar vijftigjarig bestaan. Twee avonden die samen een rijk en herkenbaar beeld gaven van de Voorster samenleving: ontstaan vanuit historie en landschap, gegroeid door samenwerking en nog altijd in beweging. Door Gerrie Groenewold en Jos Bosch
Koninklijke erkenning
Op donderdagavond 18 december ontving de Historische Vereniging Voorst (HVV) in de bibliotheek in Twello de Koninklijke Erepenning uit handen van burgemeester Paula Jorritsma-Verkade. De Erepenning wordt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegekend en staat symbool voor de waardering van het Koninklijk Huis voor verenigingen die van blijvende betekenis zijn voor hun gemeenschap.
De HVV werd opgericht in 1975 als Oudheidkundige Kring Voorst en groeide in vijftig jaar uit tot een brede en actieve erfgoedvereniging. Met het kwartaalblad De Kroniek, historische wandelingen, publicaties, archiefbeheer en samenwerkingen met onder meer Erfgoed Gelderland en Saxion, bewaart de vereniging niet alleen geschiedenis, maar maakt zij die ook toegankelijk. Inmiddels telt de vereniging ruim 850 leden.
Landgoederen als fundament
Tijdens de vrijdagavond, met als thema ‘De Voorster samenleving – vroeger, nu en in de toekomst’, werd duidelijk hoe sterk het verleden doorwerkt in het heden. Franz Roos vertelde hoe de landgoederen lange tijd bepalend waren voor het sociale en economische leven in Voorst. Inwoners die bijvoorbeeld via grond en arbeid verbonden waren aan de landgoedeigenaren.
Die eigenaren spraken Algemeen Nederlands, terwijl arbeiders het dialect spraken. Er was afhankelijkheid, maar ook onderlinge verbondenheid. Arbeiders zonder eigen grond trokken weg als het economisch tegenzat, terwijl boeren met pacht of eigen land en ambachtslieden als de smid juist bleven. Kerk, werk en dagelijks leven zorgden voor ontmoetingen en communicatie van boven naar beneden en andersom. Zo ontstond een samenleving waarin mensen elkaar nodig hadden en elkaar bleven tegenkomen.
Identiteit en geduld
Roos verbond deze geschiedenis aan de huidige mentaliteit in Voorst. Nieuwkomers – met een knipoog ‘import’ genoemd – moeten hun plek vinden. Dat vraagt geduld, maar wie blijft, hoort er uiteindelijk bij. Die gelaagdheid in identiteit en vertrouwen bleek een herkenbaar thema in de zaal.
Verenigingen als verbindende kracht
Cultuurcoach Kim Arntzen ging in op het belang van immaterieel erfgoed: gebruiken, verhalen, feesten en verenigingen. ‘Je thuis voelen gaat niet over stenen of straten, maar over mensen,’ stelde zij. Al vijftig jaar legt de Historische Vereniging Voorst deze verhalen vast, niet om in het verleden te blijven hangen, maar om te begrijpen hoe de gemeenschap is geworden wie zij nu is.
Wethouder Peter Wormskamp plaatste dat verhaal in het heden. Een derde van de inwoners van de gemeente Voorst is actief als vrijwilliger. Tegelijkertijd zijn er uitdagingen als vergrijzing, individualisering en woningdruk. Volgens Wormskamp ligt de kracht in wat er al is: sterke dorpen, veel verenigingen en ontmoetingsplekken. Samen dingen doen maakt mensen niet alleen actiever, maar ook gezonder en mentaal sterker.
Eén grote familie
Marjo van den Elsen vertelde over de maatschappelijke rol van Pampus, opgericht in 1968 en begonnen in een schuur in de Posterenk. Pampus is volgens haar ‘één grote familie’: een plek waar mensen zichzelf kunnen zijn, waar vriendschappen ontstaan en waar generaties elkaar opvolgen. De vereniging is zichtbaar in activiteiten als de carnavalsoptocht en de trekker tocht rond kerst. Het motto is helder: cultuur maak je samen.
Thuiskomen door mee te doen
Een persoonlijk en indrukwekkend verhaal kwam van Manal Alnachawati, die samen met haar gezin uit Syrië vluchtte. De taal bleek in het begin een grote barrière, waardoor contact maken moeilijk was. Een behulpzame buurvrouw, vluchtelingenwerk en taallessen vormden een eerste brug. Via de bibliotheek en vrijwilligerswerk bouwde Manal langzaam een netwerk op. Inmiddels is zij actief betrokken bij tal van activiteiten. Haar verhaal liet zien: thuis voelen begint vaak met meedoen.
Verhalen delen
Barbara Deuss benadrukte de veranderde rol van de bibliotheek als ontmoetingsplek. Net als de Historische Vereniging Voorst draait het niet alleen om boeken en archieven, maar om mensen, verhalen en samenwerking. Ontmoeten, verbinden en samen activiteiten organiseren vormen de kern.
Roeiers en kanoërs
Dorpscontactpersoon Henk Achtereekte nam het publiek mee naar Steenenkamer, ‘het land van de tuinders’. Hij schetste de geschiedenis van hard werken, armoede en onderlinge afhankelijkheid. Daarbij gebruikte hij een treffende metafoor: roeiers en kanoërs. Roeiers kijken achteruit – zij houden het verleden in beeld. Kanoërs kijken vooruit en halen de toekomst naar zich toe. Beide zijn nodig, maar volgens Achtereekte zijn juist die kanoërs essentieel om dorpen en gemeenschappen levend te houden. Tradities blijven belangrijk, maar alleen als ze meebewegen met de tijd.
Met stevige wortels
De avond werd poëtisch afgesloten door Ine Wolters met een dialectgedicht van Tinus van ’t Slyck, over een oude beuk die alles heeft gezien, ruimte laat voor wat groeit en tussentijds heeft gezaaid voor de toekomst.
Het jubileum van de Historische Vereniging Voorst liet zien hoe krachtig de lokale samenleving is: geworteld in historie, gedragen door mensen en gericht op de toekomst. Dit vraagt om een vervolg en dat gaat er ongetwijfeld komen!
woensdag 24 december 2025
